De hechtingstheorie is van cruciaal belang geweest bij het beschrijven van de primaire ontwikkelingsbehoeften van kinderen. De relationele systeemtheorie heeft hieraan op basis van de observatie van jonge kinderen nog een drievoudige dimensie toegevoegd: een systeemtheoretisch ontwikkelingsperspectief op moeders, vaders en baby's. Deze manier van kijken werd geïntroduceerd in het baanbrekende onderzoek dat werd uitgevoerd door Elisabeth Fivaz. Haar onderzoek bevestigt wat clinici als Minuchin, Whitaker en Andolfi al jarenlang waarnemen in gezinstherapie. De aanwezigheid of afwezigheid van de vader, de kwaliteit en de stabiliteit van de huwelijksrelatie, de mate van differentiatie van het zelf van de ouders ten opzichte van hun gezin van herkomst zijn allemaal factoren die van grote invloed zijn op het gevoel van veiligheid of onveiligheid van het kind en of er bij het kind een dynamische balans is tussen het gevoel van gezamenlijkheid en het gevoel van autonomie, hetgeen zo cruciaal is voor de ontwikkeling van kinderen en adolescenten.
Tijdens deze presentatie zal er een beschrijving worden gegeven van een experiëntieel therapiemodel, dat vanuit het perspectief van drie generaties naar ongelukkige kinderen kijkt: vaak is het zo dat jonge kinderen en adolescenten die psychische problemen, relationele problemen of psychiatrische aandoeningen hebben, zijn opgegroeid in een gezinscontext waar intergenerationele stoornissen en trauma's nooit zijn opgelost, maar werden “begraven” en waarover al jarenlang niet is gesproken. De jongste generatie wordt overladen met boosheid, verraad, geheimen, verlies, verbroken familiebanden en geweld, die hun oorsprong ergens in het verleden hebben, maar die binnen het gezin nog steeds onder de oppervlakte 'koken'.
Zogenaamde probleemkinderen betrekken bij de gezinstherapie is een voortreffelijke gelegenheid om gebruik te maken van de hulpbronnen van deze kinderen en om de veerkracht van het gezin te activeren. Op die wijze kunnen chronische trauma's worden geheeld kunnen gezondheid en geluk weer terugkeren in het huidige leven van de gezinsleden.
De deelnemers zullen leren:
1) Op welke wijze ze vanuit een systeemtheoretisch ontwikkelingsperspectief kunnen kijken naar kinderen die niet gelukkig zijn.
2) Op welke wijze de vader, een belangrijk element in de primaire driehoek, bij het therapieproces kan worden betrokken.
3) Op welke wijze ze ervoor kunnen zorgen dat mensen weer een gevoel van competentie en geluk krijgen, door de verbinding tussen generaties te herstellen en door langdurig spelende trauma's op te lossen.
4) Op welke wijze ze enerzijds de hechtingstheorie van Bowlby kunnen integreren met anderzijds de systeemtheorie van Murray Bowen over de differentiatie van het zelf ten opzichte van het gezin van herkomst en het onderzoek van Fivaz naar de ontwikkeling binnen de 'primaire driehoek'.