De laatste tien jaar zien we dat er een explosie heeft plaatsgevonden van de interesse voor de praktische toepassing van de hechtingstheorie. Tijdens deze lezing zullen we het model van John Bowlby bespreken aangaande de veranderingen die tijdens de therapie plaatsvinden, de relatie tussen therapeut en cliënt, en de rol van de therapeut bij de emotionele heling van de cliënt. Vervolgens bespreken we het empirische bewijs voor drie kernstellingen van het model van Bowlby. Ten eerste: voor een optimaal verloop van het therapeutisch proces is het cruciaal dat de cliënt zich veilig voelt. Ten tweede: als de therapeut zelf een gevoel van veiligheid heeft, dan draagt dit bij aan de positieve resultaten van de therapie. Ten derde: hechtingsonzekerheden kunnen tijdens de therapie doeltreffend gereduceerd worden, en het toewerken naar een grotere hechtingsveiligheid is cruciaal voor het bewerkstelligen van positieve resultaten in de therapie. Ten slotte zullen we de theorie en het op basis van de theorie uitgevoerde onderzoek toepassen op relatie- en gezinstherapie.