‘Homo homini lupus’ – “de mens is een wolf voor zijn medemens” – is een gezegde dat bekend geworden door Thomas Hobbes. De betekenis ervan dringt door tot grote delen van rechten, economie, en politieke wetenschappen, terwijl mensen die dierengedrag bestuderen dit vaak als kortzichtig zien, aangezien zowel wolven als mensen zeer coöperatieve diersoorten zijn. Hetzelfde geldt voor vele andere dieren, waaronder walvisachtigen. In deze lezing zal ik bespreken hoe empathie van nature voorkomt bij alle zoogdieren, ook al richt mijn eigen onderzoek zich voornamelijk op apen, mensapen, en olifanten. Mijn interesse in de pro-sociale kant van dierengedrag begon met de ontdekking dat primaten het goedmaken na gevechten door te zoenen, knuffelen, te verzorgen, enzovoorts. Verzoeningsgedrag wordt inmiddels gerapporteerd bij vele andere taxonomische groepen. We onderzoeken pro-sociale neigingen ofwel door middel van observatie van spontaan gedrag, ofwel experimenteel. Een individu kan een ander in een gevecht redden, een arm slaan over een vorig slachtoffer van een aanval, of andere emotionele reacties op andermans leed. We testen hoe goed dieren samenwerking begrijpen, of ze bereid zijn om anderen een gunst te doen zonder een beloning voor henzelf, en of ze gevoelig zijn voor gelijke versus ongelijke verdelingen van middelen (vergelijkbaar met het menselijke rechtvaardigheidsgevoel). Door deze studies geloof ik dat dieren—en vooral langlevende zoogdieren met een groot brein—bouwstenen van moraliteit vertonen.